Hoewel iedereen ooit al wel eens een handbalwedstrijd zag, weten slechts weinigen hoe de regels van de sport in elkaar zitten. Het doel van handbal is immers heel simpel uit te leggen. Een wedstrijd bestaat uit twee rivaliderende teams die elk met zeven spelers op het veld staan. Elk team heeft een doelman en zes veldspelers. Wanneer de bal in het doel van de tegenstanders belandt, scoort het andere team een punt. Wie aan het einde van een wedstrijd de meeste punten heeft, wint. Heel eenvoudig, toch ? Wij verdiepten ons echter in de sport en ontdekten dat er toch wat meer komt kijken bij een handbalwedstrijd. Hier vind je een overzicht van de regels van het spel.
Enkele basisgegevens
Het veld bij handbal is veertig op twintig meter en heeft aan twee uiteinden een goal. Een halfronde cirkel op zes meter voor de goal vormt het doelgebied. De halfronde cirkel op negen meter van het doel is de vrije worplijn. Tussen beide cirkels ligt de strafworplijn, op zeven meter van het doel. De goal bij handbal heeft een afmeting van drie meter breed en twee meter hoog. De diepte van het net is 70 tot 100 cm. Er zijn drie officiële formaten voor de bal bij handbal. De maten verschillen bij een spel voor mannen boven de zestien jaar en vrouwen boven de zestien jaar. Daarnaast is er nog een derde formaat voor jongens tussen acht en twaalf of meisjes tussen acht en veertien jaar oud.
Een wedstrijd bij handbal duurt in totaal zestig minuten, verdeeld in twee helften van een half uur. Tussen deze helften wordt tien tot vijftien minuten rust gehouden.
De officiële spelregels
Zoals reeds vermeld is het officiële doel van handbal de bal in het doel van de tegenstander te werpen. Spelers kunnen de bal gooien, slagen of zelfs stompen met de handen, de armen, het hoofd, de romp, de dijbenen en zelfs de knieën. Het onderbeen en de voeten mogen niet gebruikt worden in het spel. Met de bal in de hand is het toegelaten om maximum drie stappen te zetten. Spelers kunnen wel de bal stuiten om vervolgens opnieuw drie stappen te doen. Daarna moet de bal gespeeld worden naar een teamlid. Als speler krijg je slechts drie seconden om de bal met beide handen vast te nemen.
Spelers mogen geen rollende bal nemen, maar moet de bal overmeesteren van een tegenstander. Dit gebeurt door de bal uit de handen te spelen of een tegenstander te blokkeren. Een doelpoging moet buiten het doelgebied gebeuren, tenzij een speler springt of valt in deze cirkel. Indien een aanval te lang duurt, kan de scheidsrechter dit aangeven. Vervolgens moet het team binnen de tien seconden een doelpoging wagen.
De straffen bij handbal
Het spel wordt gecontroleerd door twee scheidsrechters die telkens diagonaal ten opzichte van elkaar staan. Bijgevolg kunnen beide scheidsrechters het spel volledig in handen houden. Er zijn verschillende mogelijkheden om spelers bij handbal te straffen zoals een vrije worp, een penalty, een waarschuwing (gele kaart), een tijdstraf of een rode kaart.